Vandaag staat de “Top of the world highway” op het menu. Het is een prachtige route van 350km over verschillende hoge bergtoppen met adembenemende vergezichten en de weg is zeer slecht en stoffig…! Halverwege passeren we het dorpje Boundary (telt 2 inwoners), dat is een toepasselijke naam want dit is tevens de grens Canada-Alaska. We krijgen elk een mooie kariboe stempel in onze paspoorten en we zijn opnieuw op Amerikaans grondgebied, nl. in ALSKA ! Het tijdsverschil met België is vanaf nu 10 uur.
Onze tweede echte pleisterplaats in Alaska wordt: Fairbanks, een tamelijk grote en moderne stad in het midden van Alaska. De eerste dag bestaat uit twee delen : “uitmesten-van-de-jeep” en “3-volle-wasmachienen”. Na vier weken leven in en uit de jeep was dit geen overbodige luxe. We staan op een leuke camping aan de rand van het water. Het weer is al enkele dagen zalig zomers, als keerzijde zijn er natuurlijk meer muggen. Op een avond komen vier bevers langs zwemmen. Dat is zo één van die waaauuw momenten. Met veel geduld en met de hulp van sappige wilgentwijgen hebben we twee bevers op het droge gekregen.
Deze morgen zijn we om 4 uur opgestaan want één van de doelstellingen van deze reis is om tot aan de noordpoolcirkel te rijden. Dan zullen we in minder dan een jaar tijd, zowel de evenaar (Juli 2005 Oeganda) als de poolcirkel gezien, gevoeld en geroken hebben. Daarna rijden we zuidwaarts naar Denali. Dit Nationaal Park ligt midden in Alaska en is maar liefst 2,4 miljoen hectare groot. Met z’n prachtige natuur en wilde dieren een groot toeristisch aantrekkingspunt.
Dit moet één van de hoogtepunten worden van deze reis. Een jaar geleden reserveerden we via internet een kampeerplaats aan het Wonderlake aan de voet van Mount McKinley (met z’n 6800m de hoogste berg van Noord Amerika). Enkel met speciale bussen worden we doorheen het park gereden. Tijdens de vijf uur durende rit zien we wat witte berggeiten en schapen, een eenzame kariboe, en jawel een grizzlybeer maar wel van heeeeel ver. We stappen van de bus en worden meteen verwelkomd door zwermen muggen. Met miljoenen zijn ze. Als imkers vermomd (we hebben gelukkig zo’n belachelijke hoofdnetjes gekocht) zetten we ons klein werptentje op. Een “Park-Ranger” probeert ons tussen de regenbuien door op te monteren met een korte maar leerrijke uiteenzetting over het verschil tussen de uitwerpselen en de sporen van de wilde dieren waar we dicht bij zijn…Het giet water, de ganse nacht door. Kort samengevat, Denali is voor ons iets minder spectaculair uitgevallen dan beschreven in de reisgidsen…!